De Belgische en Nederlandse regeringen hebben vanmorgen in Den Haag rond de tafel gezeten tijdens een derde gemeenschappelijke top. Beide landen willen hun samenwerking verdiepen, onder meer wat betreft de bewaking van het luchtruim en radicalisering. En ook persoonlijk klikte het, zo blijkt.

Bewaking luchtruim

Tijdens het overleg is de definitieve overeenkomst ondertekend om het luchtruim van de Benelux om de beurt te bewaken. Het gaat dan over de bewaking tegen burgervliegtuigen waar een terroristische dreiging van uitgaat.

Bedoeling is dat beide landen via een beurtrol en in gelijke mate jachtvliegtuigen leveren voor de bewaking van de Benelux. Luxemburg beschikt niet over dergelijke toestellen, maar de Luxemburgse ambassadeur in Nederland -Pierre-Louis Lorenz- ondertekende eveneens de tekst.

De uitvoering van het akkoord is wel niet voor meteen. Het verdrag moet namelijk nog bekrachtigd worden door de regering. Daarna moet het nog langs het parlement passeren en in het Staatsblad gepubliceerd worden. Tegen midden 2017 zou alles rond moeten zijn.

Op de persconferentie na de top benadrukten beide ministers van Defensie wel dat het akkoord niets te maken heeft met de keuze van het toestel dat de F-16's moeten vervangen. Nederland koos eerder al voor de Joint Strike Fighter. Wat het in België wordt, is nog niet duidelijk.


Radicalisering

Ook over radicalisering is gepraat tijdens de bijeenkomst. Rutte was naar eigen zeggen erg onder de indruk van de manier waarop de veiligheidsdiensten door hun optreden in Verviers een aanslag hebben kunnen voorkomen.

"Een topprestatie", noemde de Nederlandse minister-president het. Of nog: "Eén van de meest succesvolle verijdelingen van het afgelopen kwartaal." (vrt)